Wat een Droom
Na een heerlijke maaltijd viel Hoss Cartwright in een diepe slaap.
Het was feest op de Ponderosa. Overal waar plaats was stond een grote schaal
met taart en andere lekkere dingen. Plotseling ging de deur open en Hoss
Cartwright kwam binnen. Hij keek zijn ogen uit. Het was alsof hij in het
taartenparadijs was aangekomen.
“Verdorie, welke zal ik het eerst nemen?”, vroeg hij hardop.
Vlak voor hem stond een zalige perziktaart. Daarnaast pronkte een chocoladetaart
met slagroom erop. Alle taarten zagen er zo heerlijk uit dat Hoss op den
duur wel een besluit moest nemen.
“Ik neem gewoon van elke taart een klein stukje om voor te proeven en de
allerlekkerste eet ik dan het eerste op”, zei Hoss.
Zo gezegd, zo gedaan.
Zo lekker als de taarten eruit zagen, zo smerig waren ze. Althans volgens Hoss. Elke taartpunt smaakte naar een mix van kaas en wortel. Hoss keek om zich heen en zag tot zijn schrik alle taarten zijn kant opkomen. Hij rende hard weg. Op de veranda keken alle taarten hem na en lachten.
Badend in het zweet werd Hoss wakker. Hij keek om zich heen en besefte
toen dat hij alles maar gedroomd had.
“Wat een droom”, zei hij tegen zichzelf.