REDDING
Een achterneefje van Ben Cartwright, Kevin, logeerde op de Ponderosa. Het joch had direct al een hechte band met Hoss en ze waren dan ook vaak samen te vinden bij het water. Kevin verzweeg echter dat hij niet kon zwemmen.
Op een zekere dag waren de twee bij het water te vinden. Omdat Hoss zijn aandacht had bij het vissen had hij de jongen uit het oog verloren.
Kevin zei tegen zichzelf:“Ik ga zwemmen.”
Opeens struikelde de jongen en viel hij bijna in het water. Hoss keek op en zag wat er gebeurde. Als een speer rende hij naar Kevin en pakte hij de jongen uit het water.
“Verdorie Kevin, wat ben je aan het doen?”, zei Hoss streng.
“Ik wilde langs het water lopen maar viel er toen per ongeluk bijna in”, zei Kevin.
“Kun je zwemmen?”, vroeg Hoss.
Kevin schudde van nee.
“Je kunt niet zwemmen en toch speel je elke dag bij het water. Dan moet je toch weten dat je er in kan vallen?”, was de volgende vraag van Hoss.
De jongen knikte.
“Beloof me dat je bij me blijft zolang we hier zijn en niet alleen naar het water gaat”, zei Hoss op strenge toon.
Kevin knikte opnieuw.
De preek van Hoss had geholpen want Kevin ging wat verder van het water af spelen zodat hij er niet meer in kon of zou vallen.